Мы используем файлы cookie.
Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.

Burn-out

Подписчиков: 0, рейтинг: 0
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Burn-out
Louis Albert-Lefeuvre, Na het werk, 1885.
Classificatie
Specialisatie Psychologie, Psychotherapie
Coderingen
ICD-10 Z73.0
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde
Expert Erik Franck (Universiteit Antwerpen) over de burn-out en hoe die te behandelen - Universiteit van Vlaanderen

Een burn-out is een fysiologische aandoening waarbij de patiënt emotioneel en fysiek uitgeput is en weinig tot niets kan presteren.

De term burn-out werd begin jaren zeventig voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse psychotherapeut Herbert Freudenberger en Christina Maslach. De opvatting van de laatste is inmiddels dominant geworden. Een burn-out bestaat in haar opvatting uit drie, min of meer samenhangende verschijnselen: uitputting (extreme vermoeidheid), cynisme (afstand hebben van het werk, dan wel de mensen met wie men werkt) en een lager zelfbeeld van de eigen competenties. Dit zijn ook de drie aspecten die in de sinds 1984 bekende burn-outtest Maslach Burnout Inventory (MBI) voorkomen. De term burn-out is niet opgenomen in het handboek voor psychiatrie, de DSM-5.

Te veel stress op het werk en in de privésituatie zouden oorzaken van een burn-out zijn. Een sensitieve persoonlijkheid met bovengemiddeld verantwoordelijkheidsgevoel en de neiging tot perfectionisme zouden risicofactoren zijn.

Tegenwoordig wordt steeds duidelijker in kaart gebracht hoe chronische stress en overbelasting kan leiden tot verminderde hersenactiviteit of hersenschade.

Verschil met andere aandoeningen

Een burn-out is duidelijk verschillend van een depressie: een burn-out is in eerste instantie een 'energiestoornis' en een depressie een 'stemmingsstoornis'. Bij een depressie is er per definitie sprake van 'anhedonie', het zich nergens op kunnen verheugen.

Anderen zien juist veel overlap in symptomen tussen burn-out, depressie en angststoornissen. Een burn-out, overspannenheid en een depressie hebben vergelijkbare symptomen, maar andere oorzaken. In de wetenschappelijke literatuur wordt een burn-out duidelijk onderscheiden van een depressie. Neurobiologisch komt een burn-out meer overeen met het chronischevermoeidheidssyndroom dan met een depressie; de laatste hangt meer af van de neurotransmitter serotonine. Het standaardhandboek voor psychische aandoeningen DSM 5 kent de burn-out in tegenstelling tot de ICD-10 niet, hetgeen tot veel misverstanden leidt.

In de VS wordt een burn-out gezien als een voorstadium van een depressie.

Meting van een burn-out

Of mensen aan een burn-out lijden, wordt vaak vastgesteld met gevalideerde psychologische instrumenten, met name de door Maslach ontwikkelde Maslach Burnout Inventory. Deze bevat ongeveer twintig vragen die betrekking hebben op de drie door haar onderscheiden dimensies van een burn-out. Er zijn verschillende versies van dit instrument in omloop: één speciaal voor onderwijsgevenden, een voor "contactuele" beroepen (dat wil zeggen beroepen waarin uitvoerders met mensen werken, bijvoorbeeld de zorg), en één algemene versie (voor alle andere beroepen). Een Nederlandse versie van dit instrument is ontwikkeld door Wilmar B. Schaufeli en Dirk van Dierendonck.

De uit deze vragenlijst resulterende scores worden vergeleken met die van allerlei normgroepen (bestaande uit de scores van mensen die de lijst eerder hebben ingevuld). Op die manier kan worden vastgesteld of de scores van een bepaalde persoon opvallend hoog (of laag) zijn ten opzichte van deze normgroep. Gewoonlijk wordt ervan uitgegaan dat een score in de bovenste 25% (ten opzichte van de normgroep) een mogelijke burn-out indiceert; een score in de bovenste 5% zou indicatief zijn voor een échte burn-out. Wat overigens niet méér betekent dan dat men aangeeft erg moe te zijn, cynisch staat tegenover het werk, en denkt minder goed te presteren dan vroeger.

Naast de Maslach Burnout Inventory zijn diverse andere vragenlijsten in omloop, die gewoonlijk een van de drie door Maslach onderscheiden dimensies in iets andere bewoordingen meten. Het belangrijkste voordeel van deze andere vragenlijsten is dat ze vrij van copyrights zijn te gebruiken; inhoudelijk bieden ze geen meerwaarde.

Statistiek

De volgende cijfers gelden voor Nederland.

Twaalf procent van de huisartsbezoeken heeft te maken met stressklachten (overigens lang niet alleen burn-outs). Verder komen 30.000 mensen per jaar door psychische klachten in de WAO, van wie 9000 (30%) als gevolg van stress en overbelasting. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft 10% van de Nederlandse beroepsbevolking last van burn-outverschijnselen. Opmerkelijk is dat vooral huisartsen vatbaar zijn voor burn-outs; volgens een artikel in het vaktijdschrift Gedrag & Gezondheid zou zo'n 41% van hen serieuze burn-outverschijnselen vertonen.

Omdat de burn-out als ziekte niet onderkend is in het DSM, komt de diagnose steeds minder voor. De symptomen zijn ondergebracht onder andere begrippen.

Symptomen en verschijnselen

Volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap is er sprake van een burn-out als voldaan is aan alle drie onderstaande criteria:

  1. Er is sprake van overspanning (zie hierna).
  2. De klachten zijn meer dan 6 maanden geleden begonnen.
  3. Gevoelens van moeheid en uitputting staan sterk op de voorgrond.

Criterium 1 positioneert een burn-out als een vorm van overspanning, terwijl criteria 2 en 3 aansluiten bij de gangbare beeldvorming omtrent burn-outs voor wat betreft de chroniciteit van de klachten en het op de voorgrond staan van moeheid en uitputting. De lange duur van de klachten (criterium B) kan wijzen op een minder effectieve copingstijl van de betrokkene. Het benadrukken van moeheid en uitputting (criterium 3) kan wijzen op een neiging tot somatiseren. Het nut van het benoemen van een burn-out is gelegen in het feit dat een minder effectieve copingstijl en een neiging tot somatiseren aandacht in de behandeling behoeven. Daarentegen heeft de projectgroep gemeend dat werkgerelateerdheid geen noodzakelijk kenmerk van een burn-out is.

Er is sprake van overspanning als voldaan is aan alle vier onderstaande criteria:

  1. Ten minste drie van de volgende klachten zijn aanwezig:
    • moeheid
    • gestoorde of onrustige slaap
    • prikkelbaarheid
    • niet tegen drukte/herrie kunnen
    • emotionele labiliteit
    • piekeren
    • zich gejaagd voelen
    • concentratieproblemen en/of vergeetachtigheid.
  2. Gevoelens van controleverlies en/of machteloosheid treden op als reactie op het niet meer kunnen hanteren van stressoren in het dagelijks functioneren. De stresshantering schiet tekort; de persoon kan het niet meer aan en heeft het gevoel de grip te verliezen.
  3. Er bestaan significante beperkingen in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren.
  4. De distress, controleverlies en disfunctioneren zijn niet uitsluitend het directe gevolg van een psychiatrische stoornis.

Criterium 1 eist dat er een minimale hoeveelheid distress aanwezig is. In veel gevallen zullen beduidend meer dan drie symptomen aanwezig zijn.

Criterium 2 eist dat er sprake is van stressoren en dat de betrokkene controleverlies of machteloosheid ervaart in het pogen de stressoren te hanteren. De betrokkene weet niet (goed) meer wat te doen.

Criterium 3 eist dat er sprake is van beroepsmatig en/of sociaal disfunctioneren dat duidelijk meer moet zijn dan een beetje minder goed functioneren. Om enige houvast te geven ten aanzien van het bepalen van de ernst van het disfunctioneren stelt de projectgroep het volgende criterium voor: De betrokkene heeft één of meer sociale rollen voor minstens 50% laten vallen (bijvoorbeeld de rol van werknemer, de rol van huisvader of -moeder). Dat wil dus zeggen dat minimaal één rol voor minder dan 50% van normaal wordt uitgevoerd.

Criterium 4 eist dat de distress, controleverlies en disfunctioneren niet uitsluitend het directe gevolg zijn van een psychiatrische stoornis (bijvoorbeeld een depressieve stoornis). In de praktijk zien we gevallen waarbij de stress van een overspanning bij daarvoor gevoelige personen onmiddellijk een psychiatrische stoornis luxeert, en gevallen waarbij de stress bij minder gevoelige personen na verloop van tijd een psychiatrische stoornis luxeert. We zien ook gevallen waarin een psychiatrische stoornis aanleiding geeft tot distress en verminderd functioneren. Criterium 4 laat onverlet dat in aanwezigheid van een psychiatrische stoornis nog steeds de diagnose overspanning gesteld kan worden. Want de psychiatrische stoornis kan op zichzelf een spanningsbron vormen die leidt tot distress, controleverlies en disfunctioneren (volgens criteria 1, 2 en 3). Wanneer de diagnose overspanning gesteld wordt naast een psychiatrische stoornis, dan moet ook de overspanning bij de behandeling aandacht krijgen.

Behandeling

Burn-outs worden behandeld door middel van kortdurende therapie (twaalf tot vijftien wekelijkse sessies) of opname in gespecialiseerde centra waar een dagelijkse intensieve therapie wordt aangeboden. Tijdens die therapie wordt nagegaan welke factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan van de burn-out; bijvoorbeeld het hebben van zogenaamde 'disfunctionele gedachten' ("als ik niet hard werk vindt niemand me aardig/competent/krijg ik nooit een promotie/word ik ontslagen") wordt aangepakt. Daarnaast worden risicofactoren op het werk geïnventariseerd (bijvoorbeeld te hard moeten werken, te veel overwerken, moeten werken in een onprettige werksfeer enzovoort) en, waar mogelijk, aangepakt. Bovendien wordt ernaar gestreefd de cliënt zo snel mogelijk weer aan het werk te laten gaan, liefst al tijdens het behandelingsproces. Behandeling door de cliënt een aantal maanden thuis te laten zitten om "weer bij te komen" (wat vroeger geleden vaak voorkwam) blijkt in de praktijk uitermate ineffectief en leidde vaak tot volledige arbeidsongeschiktheid. In de praktijk blijkt een burn-out vaak gevolgd te worden door een carrièreomslag; voor veel ex-cliënten blijkt hun burn-out reden te zijn te reflecteren op hetgeen ze écht willen. Vaak is dat iets anders dan de baan die ze voorheen hadden. Onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt tegenover job kandidaten die een burn-out hebben gehad. In Nederland zijn enkele gespecialiseerde centra die gericht burn-outs behandelen.

Zie ook

Externe links


Новое сообщение