Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.
Menselijk ras
De indeling van de mensheid in verschillende menselijke rassen is de groepering van mensen in verschillende categorieën op basis van uiterlijke kenmerken. In het verleden werd de term ook in de biologie gebruikt. Biologisch gezien bestaan er naar hedendaagse wetenschappelijke inzichten binnen de soort Homo sapiens echter geen rassen.
Inhoud
Geschiedenis
In de antropologie sprak men, met name in navolging van het werk van Johann Friedrich Blumenbach (1752-1840), over vijf menselijke rassen die op geografische en fenotypische eigenschappen waren gebaseerd. Blumenbach gaf hieraan de namen Kaukasisch, Mongools, Amerikaans, Ethiopisch en Maleis.
Arthur de Gobineau (1816 - 1882) schreef in het midden van de negentiende eeuw Essai sur l'inégalité des races humaines (Nederlands: 'Verhandeling over de ongelijkheid van de menselijke rassen'), een werk over de ongelijkheid van de mens. Volgens de rassentheorie die de Gobineau beschreef was er sprake van een wit ras dat superieur was aan de andere twee rassen, het negroïde en het mongoloïde ras. Door rassenvermenging zou in zijn ogen het menselijke soort degenereren.
Nazi-Duitsland
Het begrip "menselijk ras" is in Europa sinds de opkomst van nazi-Duitsland uiterst beladen. Het idee van raciale superioriteit is niet door de nazi's uitgevonden; het was zowel in keizerrijk Rusland als in de westerse koloniale mogendheden in de loop van de 19e eeuw gemeengoed geworden. Een dergelijke beoordeling van mensen op basis van hun ras wordt tegenwoordig in de westerse wereld algemeen veroordeeld als racisme.
De beladenheid van het begrip menselijk ras is deels toe te schrijven aan de extreme consequenties die er in nazi-Duitsland uit getrokken werden, namelijk dat bepaalde "minderwaardige rassen" ("rassisch minderwertig") uitgeroeid moeten worden. Het trauma van de Holocaust speelt buiten de westerse wereld echter veel minder. In India is het in huwelijksadvertenties niet ongebruikelijk reclame te maken met een lichte huidskleur; Ian Buruma constateerde rond 1991 dat Japanners volop denken in raciale termen over internationale en historische kwesties. De arabist Marcel Kurpershoek kwam er tijdens zijn veldwerk onder nomaden in Saoedi-Arabië achter dat hij als schoonzoon goed zou scoren met zijn erfelijk bepaalde inbreng.
Relativiteit van het begrip menselijk ras
Een probleem met de indeling van bevolkingsgroepen in rassen is de onnauwkeurigheid ervan. Van sommige bevolkingsgroepen is de komaf niet duidelijk, en vrijwel alle groepen hebben zich in meer of mindere mate vermengd in de loop van de geschiedenis. Een tweede probleem is dat de grenzen tussen de vermeende rassen soms heel anders komen te liggen wanneer naar andere dan uiterlijke eigenschappen gekeken wordt. In het bijzonder heeft de wetenschap aangetoond dat tussen negroïde bevolkingsgroepen een grote genetische diversiteit aanwezig is.
Soms gebruikmakend van pseudowetenschappelijke argumenten is in de geschiedenis het rassenbegrip vaak geinstrumentaliseerd door de heersende macht.
Juridische betekenis
In (trans)nationale wetgeving en internationale verdragen worden theorieën over verschillende menselijke rassen bij voorbaat uitgesloten en verworpen. Toch wordt het woord ras vaak wel genoemd bij de gronden waarop discriminatie onwenselijk of verboden is, zonder dat daarmee rassentheorieën worden onderschreven. Dit wordt gedaan om te verzekeren dat personen die in het algemeen worden toegeschreven aan een "ander ras", niet buiten de beschermingen van zulke verdragen en wetten vallen.
In juridische zin wordt het woord 'ras' uitgelegd op basis van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie uit 1966, als een term die in ieder geval het vermeende ras, huidskleur, afkomst en nationale of etnische afstamming van een bepaalde groep omvat. In het Nederlands strafrecht zijn daarom sommige uitingsdelicten, waaronder groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie, van toepassing op groepen met een bepaalde afkomst of etniciteit.
De Nederlandse grondwet verbiedt discriminatie op basis van onder andere ras.
Genografie
De Italiaanse wetenschapper Luigi Luca Cavalli-Sforza (1922-2018) kwam na uitgebreid genetisch onderzoek aan het menselijk haploïde DNA tot de conclusie dat er genetische verschillen bestaan tussen de veronderstelde rassen. Elk volk heeft met de zogenaamde haplogroepen eigen genetische kenmerken. Hij concludeert onder meer dat de Nederlanders genetisch het meest verwant zijn met de Denen, gevolgd door de Engelsen. De naaste verwanten van de Belgen zijn de Duitsers, Zwitsers en Oostenrijkers. Met het onderzoek kon Cavalli-Sforza een stamboom opstellen met de meest waarschijnlijke verwantschap tussen volkeren en de migraties van de moderne mens in de laatste 150.000 jaar. Zijn beeld van de migraties komt overeen met dat van de paleontologie.
In het boek 'The History and Geography of Human Genes' (1994) onderscheidt Cavalli-Sforza acht hoofdrassen: Zwart-Afrika, Kaukasisch, Noordoost-Azië, Arctica (Noordpoolgebied), Amerika, Zuidoost-Azië, Stille Oceaan en Australië. De zeven niet-zwarte rassen hebben een relatief grote verwantschap en het ras in Zwart-Afrika staat genetisch het verst weg van de andere zeven rassen. Na de uitgave van het boek brak er een storm van verontwaardiging los. Inmiddels is de genografie een jonge tak van wetenschap die onderzoek doet naar de afstammingsgeschiedenis van de mens.
Het kan in een aantal contexten wel degelijk zinvol zijn om aan te geven wat de genetische achtergrond van een persoon is:
- Medicijnen werken soms anders bij mensen van verschillende herkomst.
- Vele ziekten hebben een verschillende kans om voor te komen bij mensen van verschillende herkomst. (De resistentieontwikkeling bij mensen is een evolutionair proces waarbij aanraking met een ziekte, en dus de geografische locaties van de voorouders een grote rol spelen. Een goed voorbeeld in de geschiedenis is bijvoorbeeld de teloorgang van het Incarijk veelal door toedoen van epidemieën van ziekten die door Europeanen naar Zuid-Amerika werden gebracht.)
- Sommige erfelijke eigenschappen komen in de ene groep vaker voor dan in een andere. Overigens kan een groep een zeer variabele grootte hebben, van een geïsoleerde gemeenschap in Noord-Zweden tot heel het Incarijk.
- De vraag naar cosmetische producten hangt sterk af van huidskleur en haartype.
Zie ook
- Etniciteit
- Enkele-oorspronghypothese
- Multiregionaal model
- Biologische antropologie
- Polygenisme
- Racisme
Bronnen, noten en/of referenties
|