Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.
Maagdelijke geboorte
Deel van de serie over Maria | |
moeder van Jezus | |
Ook bekend als Theologie Belangrijke feesten Maria in de kunst Belangrijke bedevaartsoorden Bedevaartsoorden in België Bedevaartsoorden in Nederland Verwante artikelen |
De maagdelijke geboorte van Jezus Christus is de christelijke opvatting dat Jezus bij Maria is verwekt zonder geslachtsgemeenschap met een man. In de Rooms-Katholieke Kerk en oosters-orthodoxe kerken heeft de maagdelijkheid van Maria ook betrekking op haar leven na de bevalling. De maagdelijke geboorte van Jezus wordt met Kerstmis gevierd. Men verwart de maagdelijke geboorte vaak met de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.
Inhoud
Maagdelijke geboorte en parthogenese
Bij sommige diersoorten komt maagdelijke voortplanting (parthenogenese) voor, maar niet bij de mens. Binnen het christendom ziet men de maagdelijke geboorte als een wonder dat niet biologisch kan worden verklaard en dus niet gelijkgesteld kan worden aan maagdelijke voortplanting.
Bijbel
De gedachte van de maagdelijke geboorte komt voor in de Bijbel. In Lucas 1:35 staat dat Jezus geboren zal worden doordat de Heilige Geest over Maria zal komen en de kracht van de Allerhoogste Maria zal overschaduwen. In Matteüs 1:20 staat dat het kind dat Maria draagt verwekt is door de heilige Geest. Volgens de evangelist is dit de vervulling van een profetie van Jesaja (Jes. 7:14) over een maagd die zwanger zou worden (Mt. 1:22-23). Hij gebruikt voor Jesaja de Griekse vertaling, waarin het woord parthenos (maagd) ondubbelzinniger is dan in het Hebreeuws.p. 76 Een aantal theologen wijst ook andere bijbelplaatsen die zouden verwijzen naar de maagdelijke geboorte, o.m. Joh. 1:13 en Gal. 4:4, maar hier is toch meer sprake van inlegkunde dan van exegese. Daarbij doet zich bij Joh. 1:13 het probleem voor dat er - blijkens de manuscripten - verschillende varianten van het vers in omloop waren en om die reden eigenlijk al niet als bewijs kan dienen. Galaten 4:4 stelt alleen maar dat Jezus is geboren uit een vrouw en zwijgt op de wijze waarop de conceptie plaats zou hebben gehad.p. 77 De vrijzinnige theoloog Gerhard Sevenster, die qua theologische standpunten de orthodoxie sterk nadert, spreekt in De Christologie van het Nieuwe Testament (1948) over "het volstrekte zwijgen over de maagdelijke geboorte in de overige boeken van het Nieuwe Testament."p. 71 De ontvangenisverhalen in Matteüs en Lucas onderscheiden zich van hellenistische en oud-Egyptische verhalen over de relaties tussen goden en mensen waaruit dan godszonen werden geboren. Het erotische element, dat sterk aanwezig is in de hellenistische verhalen ontbreekt volledig in ontvangenisverhalen. De heilige Geest moet in de verhalen niet worden opgevat als verwekkende partner of vader, maar als werkende kracht van Jezus' ontvangenis.
Klassieke theologie
De maagdelijke geboorte van Jezus was tegen het einde van de 2e eeuw bestanddeel van de 'proto-orthodoxe' geloofsleer. Maar bijvoorbeeld de Ebionieten en sommige Adoptianisten verwierpen deze voorstelling. In 2e-eeuwse antichristelijke polemiek, bijvoorbeeld van Celsus, beweerde men dat Jezus eigenlijk een bastaardkind zou zijn geweest en dat christenen dat zouden hebben willen verbloemen.
Arius, die wordt beschouwd als de grootste ketter uit het vroege christendom geloofde in de maagdelijke geboorte, hetgeen deze doctrine als toetssteen voor de rechtzinnigheid op z'n minst verzwakt. Hetzelfde geldt voor Paulus van Samosata, hij accepteerde ook de maagdelijke geboorte.
Op de concilies van Nicea (325) en Constantinopel (381) krijgt de maagdelijke geboorte haar definitieve plaats in de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel. De maagdelijke geboorte is geloofsbestanddeel van de meeste christelijke kerken gebleven.
De Rooms-Katholieke Kerk en oosters-orthodoxe kerken onderschrijven de blijvende maagdelijkheid van Maria (dus ook na de geboorte van Jezus). Zij baseren dit enerzijds op de traditie (met name de zienswijze van kerkvaders uit de eerste eeuwen zoals Origenes) en anderzijds op enkele apocriefen. De blijvende maagdelijkheid van Maria wordt door de protestante kerken niet onderschreven omdat dit niet expliciet in de Bijbel staat. Een klassieke controverse tussen protestanten en katholieken is of de "broers" van Jezus uit het evangelie broers, stiefbroers of neven waren.
Historische kritiek
In het historisch-kritisch Bijbelonderzoek is de maagdelijke geboorte, net als de meeste wonderen uit het Nieuwe Testament, geproblematiseerd. Daarbij spelen de volgende overwegingen een rol:
- De maagdelijke geboorte komt niet voor in de vroege lagen van het Nieuwe Testament (zoals De brieven van Paulusp. 77, de evangeliën volgens Marcus en Johannes en Q) en heeft buiten de geboorteverhalen van Matteüs en Lucas geen sporen nagelaten.
- Maagdelijke geboortes en vergelijkbare wonderlijke verwekkingen komen ook voor in contemporaine verhalen over bijzondere personen.
- Verscheidene Bijbelpassages lijken Jozef van Nazareth aan te wijzen als Jezus' biologische vader.pp. 76–77 De genealogieën van Jezus (beschreven in Lucas 3:23–38 en Matteüs 1:1–17), die elkaar overigens tegenspreken, stellen allebei dat Jezus via Jozef in mannelijke lijn afstamde van Koning David. Ook in het verhaal van Christus in de tempel (Lucas 2:42-51) wordt naar Jozef en Maria verwezen als "zijn ouders" (2:43; in andere tekstvarianten veranderd in "Jozef en zijn moeder")p. 78 en de ongeruste Maria zegt tegen Jezus: "Uw vader en ik hebben met angst in het hart naar u gezocht" (2:48).p. 79 Hoe de genealogieën oorspronkelijk ook bedoeld zijn voordat zij werden opgenomen in de evangeliën, de evangelisten zelf zagen Jozef als Jezus' wettige (maar niet biologische) vader.
- Er zijn manuscripten (Syrische, Oud-Latijnse) die de maagdelijke geboorte lijken te relativeren.p. 79
- Volgens de historische methode is legendevorming veel aannemelijker dan dat iets onwaarschijnlijks zoals de maagdelijke geboorte echt is gebeurd.
Kritische Bijbelwetenschappers verwerpen om deze redenen doorgaans de maagdelijke geboorte als historisch feit en zien de verhalen erover als legenden. De maagdelijke geboorte is een verklaring achteraf die ontstaan is uit het geloof van de vroege christenen dat Jezus de Zoon van God was. Met de maagdelijke geboorte wilden zij uitdrukken dat Jezus al vanaf het begin Zoon van God was. Barclay vindt dat de wonderbare ontvangenis van Jezus zich moeizaam verhoudt tot het waarachtig mens-zijn van Jezus Barclay wijst er wel op dat de geboorte uit de maagd wel de beste doctrinaire verklaring vormt voor leer van de zondeloosheid van Jezus, maar dat daar dan uit voort hoort te vloeien het geloof in de onbevlekte ontvangenis.p. 80
Moderne theologie
Veel moderne theologen aanvaarden het kritische Bijbelonderzoek en verwerpen dus de maagdelijke geboorte van Jezus als historisch feit. Volgens hen gaat het niet om het biologische wonder, maar om de gedachte die erin uitgedrukt is, namelijk dat Jezus van goddelijke oorsprong is. De protestantse theoloog Hendrikus Berkhof schrijft bijvoorbeeld in zijn handboek Christelijk Geloof dat de maagdelijke geboorte "een latere verrijking van de overlevering was, om concreet uitdrukking te geven aan de belijdenis dat Jezus, de Zoon bij uitstek, niet door de mens kan worden verwekt." Berkhof betreurt bovendien dat de maagdelijke geboorte in de geloofsbelijdenissen centraal is komen te staan.
Volgens de klassieke theologie is het Zoonschap van Jezus ook niet afhankelijk van de maagdelijke geboorte.p. 79 De Rooms-katholieke theoloog Joseph Ratzinger (paus Benedictus XVI) bestrijdt in zijn boek Introduction to Christianity de opvatting dat Jezus de biologische Zoon van God is "Volgens het geloof van de kerk rust het Zoonschap van Jezus niet op het feit dat hij geen menselijke vader had. De leer van Jezus’ goddelijkheid wordt niet aangetast als Jezus het resultaat van een normaal huwelijk zou zijn geweest. Want het Zoonschap waarover het geloof spreekt is niet een biologisch maar een ontologisch feit, niet in tijd maar in Gods eeuwigheid.” Volgens deze opvatting staat aan de goddelijkheid van Christus niet in de weg dat hij een biologische vader had en dat van biologisch vaderschap van God de Vader over God de Zoon geen sprake was.
De Schotse theoloog William Barclay (1907-1978) schrijft in The Plain Man Looks at the Apostles' Creed (1967) dat men in het Jodendom stelt dat bij de geboorte van een kind altijd drie instanties betrokken zijn, de vader en de moeder, maar ook de Geest van God die op de een of andere manier betrokken is bij de conceptie.p. 85 Barclay acht het mogelijk dat Mattheüs en Lucas met hun verhalen bedoelden te zeggen dat bij de verwekking van Jezus niet alleen zijn ouders betrokken waren, maar op unieke wijze ook de Heilige Geest: "It may well be that the Holy Spirit took Joseph and acted through him, so that the Son of God should be born in the world."p. 86 Hij acht deze interpretatie meer in lijn met het Oudtestamentische denken, waar de Geest werkt door mensen die voor een speciaal doel zijn uitverkoren.
De Zwitserse theoloog Emil Brunner verwerpt de maagdelijke geboorte omdat deze z.i. in strijd is met de leer der incarnatie.
Volgens Piet Goris (Epe) is er bij de discussie over de maagdelijke geboorte geen aandacht besteed aan de manier van belijden/verkondingen. Dat gebeurt binnen het kader van kennis en cultuur.
Inzake de kennis geldt dat men in de oudheid dacht dat het zaad van de man de complete, nieuwe mens ‘in nuce’ bevatte, ‘homunculus’, met als consequentie dat het kind een verlengstuk van de vader is. De moederschoot zorgde alleen voor de groei. In die lijn staat Joh 5,18: de Joden verwijten hem dat hij God zijn eigen (!) vader noemde en hij zich daarmee gelijkstelde aan God. Dus kon Jozef niet de vader van Jezus zijn want hij was mens en Jezus was/is God.
Inzake de cultuur geldt dat men toen en daar (niet alleen Joden) zich vooral in verhalen en beelden uitdrukte en dat, als het om het Verhevene gaat, de mythe, het heilig verhaal ontstond om aan te geven wat niet gewoon kon worden gezegd. Zie Alexander Eliot, “De mythen van de mensheid”. Mt en Lc hebben ieder – na jaren - een heilig verhaal opgetekend, dat zij aan de voorkant van hun evangelie hebben geplaatst. ‘Voorkant’ ten opzichte van Mc. Zo verkondigden zij de incarnatie.
Wij weten sinds ca. 1875 hoe het menselijk leven zich voortplant: zaadcel + eicel en celdeling. Wij zien het kind als een eigen individu met een eigen wil, eigen persoon, waarin in dat speciale geval “heel de Volheid heeft willen wonen”. God heeft geen wonder nodig Hij bedient Zich van Zijn eigen natuur, Zijn schepping. Jezus, Maria en Jozef staan dan niet meer apart, zij zijn als mens zoals wij zonder enig ‘Ja, maar’. Komt dan het heil niet nog dichterbij?
Externe link
- Maagdelijke geboorte - Artikel van de hand van dr. R.H. Reeling Brouwer