| Hyperdontie | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
|
boventallige tanden
| ||||
| Coderingen | ||||
| ICD-10 | K00.1 | |||
| ICD-9 | 520.1 | |||
| ||||
Bij hyperdontie, in tegenstelling tot hypodontie, heeft men een of meer tanden te veel. Meestal zien we dit bij de laterale snijtand of bij de verstandskiezen.
Professor Irma Thesleff (Institute of Biotechnology van de Universiteit van Helsinki) toonde aan dat fouten in genen die de botformatie verstoren zodat de fontanellen in de schedel niet sluiten, ook oorzaak zijn van extra tandaanleg.
Hyperdontie geeft meestal plaatsgebrek voor de tanden. De behandeling is daarom meestal extractie of chirurgisch verwijderen van het overtollige element.
Zeer veel supranummaire (boventallige) tanden blijven ingesloten en komen nooit uit. Veel mensen weten niet dat ze zulk een tand bezitten.