Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.
Groninger ziekte
Groninger ziekte | ||||
---|---|---|---|---|
Ziekte | Malaria (onzeker) | |||
Locatie | Groningen e.o. | |||
Overleden | 2.800 | |||
|
De Groninger ziekte (ook wel ‘tussenpozende koortsen’ of anderedagenkoorts genoemd) die in 1826 uitbrak was een epidemie die aan bijna 10% van de bevolking van de stad Groningen (2.800 mensen in totaal) het leven kostte.
De ziekte zou zich niet alleen manifesteren in Groningen en omgeving, ook Friesland en de Duitse Noordzeekust werden getroffen. De Friese plaats Sneek meldde dat het aantal doden in 1826 verdrievoudigd was ten opzichte van voorgaande jaren. Ook plaatsen als Hoorn en Delfzijl werden zwaar getroffen.
Oorzaak
Tijdens de Stormvloed van 1825 vonden er tussen 3 en 5 februari diverse dijkdoorbraken plaats, waardoor landerijen onder water kwamen te staan. De rotting van planten en dieren in een moerasachtige omgeving en de doorbraak van de Rietdijk in Groningen in 1826 –die de stad onder water zette– zorgde in de hete lente en zomer van 1826 voor een voedingsbodem voor de malariamug die de malariaparasiet verspreidde. Volgens veel auteurs was de epidemie dan ook (vermoedelijk) een vorm van malaria. Kooystra komt op grond van een aantal bronnen en tegenstrijdigheden echter tot de conclusie dat malaria niet dé oorzaak was, maar dat deze meer moet worden gezocht in een combinatie van factoren. Er was dat jaar een aaneenschakeling van ziekten, waaronder een niet dodelijke variant van de endemische gewone malaria in het voorjaar, buikgriep in de zomer, buiktyfus in de nazomer, tyfus in de vroege herfst en dysenterie in de herfst. Daarbij zouden vooral tyfus en dysenterie de oversterfte hebben veroorzaakt. Een belangrijke factor daarbij was de droge zomer in combinatie met grote regenval erna en vooral de ongelukkig gekozen locatie van de drekstoep (drek- en vuilstort) aan de Griffe, waarvandaan het rioolwater ongefilterd stroomafwaarts door de grachten in de stad kon stromen, waar de mensen hun drinkwater uit putten. In het arme zuiden van de stad, waar drinkwater uit de Drentsche Aa werd betrokken was het aantal slachtoffers namelijk veel lager dan stroomafwaarts van de Griffe. Kort na de epidemie werd de drekstoep verplaatst naar een andere locatie.
Trivia
- Door het groot aantal sterfgevallen besloot de Raad van de Martinikerk te Groningen de klokken niet meer te luiden bij begrafenissen, omdat dit een negatief effect zou hebben op de plaatselijke bevolking.
- Door deze uitbraak werd de discussie over het begraven van overledenen in een kerk of in de directe omgeving ervan sterker aangezwengeld. Veel medici en bestuurders meenden dat het begraven binnen de stadsmuren leidde tot grote besmettingshaarden. De stad Groningen zou in 1827 dan ook overgaan tot de aanleg van de Zuider- en Noorderbegraafplaats.
- Wilhelmina Baron in 'Het belang en de welvaart van alle ingezetenen: gezondheidszorg in de stad Groningen 1800-1870'. Dissertatie RuG 2006
- E. Martini: Über die Malaria-Epidemie an der Nordseeküste 1826. Medical Microbiology and Immunology 120 (1937) 36.
- E. Teubner: Aus Hamburger Akten: Über die Epidemie im Nordseegebiet, vor allem in Gröningen 1826. Medical Microbiology and Immunology 120 (1937) 44.
- De Groninger ziekte (1826): een korte geschiedenis
Bronnen, noten en/of referenties |