Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.
Parelamaniet
Parelamaniet | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Amanita rubescens Pers. (1797) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
De parelamaniet (Amanita rubescens) is een mits gekookt goed eetbare paddenstoel die behoort tot de familie Amanitaceae. Rauw is de paddenstoel giftig. De paddenstoel wordt vaak aangetast door insecten.
Kenmerken
- hoed
De 3 tot 15 cm brede, gladde hoed van de paddenstoel is vleeskleurigbruin tot roodbruin en bedekt met witachtige tot felrode stippen afkomstig van het velum. De stippen kunnen door de regen eraf spoelen wat de herkenbaarheid doet afnemen. De jonge hoed is bolrond en wordt later gewelfd tot vlak. De rand van de hoed heeft geen ribbels.
- lamellen
De lamellen zijn wit en krijgen na beschadiging roodbruine vlekken.
- steel
De 7 tot 12 cm lange en 1 tot 2 cm brede steel is wit met roodbruine vlekken of strepen. Het manchet is fijn geribbeld. De steel is onderaan uivormig verdikt. Ook bevat een steel een vlezige ring die verticaal gestreept is.
- geur
Het vlees heeft en witte kleur en een zwakke geur.
- voet
De knolvoet kan kleine wratjes bevatten.
- sporen
De sporen zijn glad, ovaal, amyloid, wit en ongeveer 6–10,5 x 4–7µm groot. De basidia zijn 4-sporig zonder gespen. De hyfen zijn 2 tot 7 µm hoog.
Mogelijke verwisseling
De parelamaniet kan zeer gemakkelijk verwisseld worden met de giftige panteramaniet. Bij beschadiging verkleurt het weefsel van de parelamaniet rozerood tot roodachtig, terwijl dat van de panteramaniet niet verkleurt. Ook bij ouder worden verkleurt de parelamaniet naar deze kleur. In de volksmond wordt de parelamaniet dan ook "blozer" genoemd.
Ook kan de parelamaniet verwisseld worden met de giftige Amanita regalis en de eetbare Amanita spissa.
Leefomgeving
De parelamaniet is te zien vanaf juni tot in de herfst. De paddenstoel is niet kieskeurig qua standplaats en komt voor in loofbossen en naaldbossen. De panteramaniet vormt mycorrhiza met verschillende loof- en naaldbomen.