Мы используем файлы cookie.
Продолжая использовать сайт, вы даете свое согласие на работу с этими файлами.
Ospedale della pietà

Ospedale della pietà

Подписчиков: 0, рейтинг: 0
Ospedale della Pietà, afbeeldingen uit 1686

Het (Pio) Ospedale della pietà ("(Devote) Gasthuis van Liefdadigheid") was een klooster, weeshuis en muziekschool inéén in Venetië.

Net als andere Venetiaanse ospedali werd de Pietà gesticht als opvanghuis voor behoeftigen. Een groep Venetiaanse nonnen, de Consorelle di Santa Maria dell’Umiltà ("Zusters van de heilige Maria van de Eenvoud"), vestigden de Pietà in 1346 het als liefdadig instituut voor weeskinderen en verlaten moeders met kinderen. Aanvankelijk werden zuigelingen via de "scaffetta" (vertaling: plank), een vrij kleine nis in de muur, aan de instelling afgegeven. Grotere kinderen werden daar al gauw, in geval van nood, soms zelfs met enig geweld doorheen geduwd. Het is vandaag niet meer bekend waar deze nis zich bevond. Rond 1800 werd deze plank vervangen door de "ruota" (vertaling: wiel), een houten cilinder, hol van binnen en roterend rond een verticale as. Omdat dit groter was maakte het de overdracht van grotere kinderen dan pasgeborenen mogelijk.

Niet alleen meisjes werden toegelaten en niet alle kinderen waren wees.

In de zeventiende eeuw kregen alle vier overgebleven ospedali toenemende belangstelling met de uitvoering van gewijde muziek door hun vrouwelijke orkesten, bekend als figli di coro (kinderen van het koor). Tegen de zeventiende en achttiende eeuw waren de ospedali zeer bekend om hun volledig vrouwelijke muziekgezelschappen die toeristen en begunstigers uit heel Europa aantrokken. De regels voor de opleiding van de figlie (dochters) werden gewetensvol en nauwkeurig opgesteld en periodiek herzien. Veel concerten werden gegeven voor een select publiek. Dit publiek werd door een metalen rooster van de uitvoerders gescheiden, waardoor men deze de laatsten slechts als een soort schaduwen kon waarnemen. Want het was meisjes verboden muziek te maken. Opvallend was dat dit nadeel (waarschijnlijk mede veroorzaakt door de opvattingen van de katholieke kerk over rollen van mannen en vrouwen) door een katholieke vrouwelijke congregatie juist in een pré kon worden omgebogen. Toen het instituut steeds meer gewaardeerd werd, ontving het soms ook (niet altijd gelegitimeerd) kinderen van de adel. In latere jaren van de Venetiaanse republiek, die in 1797 instortte, accepteerde het ook adolescente musici. Deze werden figli di spese (kostgangers) genoemd, wier verblijf door buitenlandse hoven en hoogwaardigheids-bekleders werd voldaan.

De componist Antonio Vivaldi werd in 1703 als vioolleraar benoemd en diende in diverse functies tot 1715 en later weer van 1723 tot 1740. Veel van zijn gewijde en vocale muziek schreef hij om in de Pietà te worden uitgevoerd. Het conservatorium ervan bleef actief tot 1830. Andere ospedali stopten al eerder in de 19e eeuw.

Jean-Jacques Rousseau bezocht het instituut in 1770. Zijn verslag bevat zijn impressies, maar die zouden niet moeten worden gegeneraliseerd over de hele tijd. Na beschreven te hebben hoe de uitvoerders achter roosters plaatshadden, schrijft hij in zijn Belijdenissen: "Ik heb niet het idee van iets zo zinnelijks en aangrijpends als deze muziek; de rijkdom van kunst, de verfijnde smaak van het vocale deel, de uitmuntende stemmen, de nauwkeurigheid van uitvoering, alles in deze betoverend mooie concerten klopt om een indruk te geven die zeker niet overeenkomt met de huidige smaakopvattingen, maar waarvoor naar mijn mening geen hart gesloten is."

Tegenwoordig

De Piéta heeft tegenwoordig verscheidene sociale inrichtingen, zoals een huis voor vrouwen en inrichtingen voor de hulp aan zuigelingen en kleine kinderen, hulpzoekende minderjarige zwangere vrouwen en moeders met kleine kinderen. Er is een babyluik (culla segreta) en er zijn ruimten waar ouders die onenigheid hebben, bijv. na een scheiding, toch hun kinderen in een beschermde omgeving kunnen zien. In Mira een deel van de regio Venetië kunnen verlaten of verwaarloosde kinderen en jeugdigen uit problematische sociale verhoudingen worden opgevangen. Gebouwen van het oude Ospedale in de Calle de la Pietà (historisch: Calle della Pietà) in de onmiddellijke nabijheid van de kerk Santa Maria della Pietà. In de traditie van Venetiaanse pelgrim herbergen biedt het, in de gerestaureerde ruimten van het oude weeshuis, betaalbare onderkomens voor pelgrims en studenten aan.

Dirigenten /componisten van naam bij het Ospedale della Pietà

  • Antonio Gualtieri tot 1649
  • Carlo Fedeli, 1662-1672 instrumentmeester
  • Johann Rosenmüller, tussen 1678 en 1682 huiscomponist van het Ospedale
  • Francesco Gasparini, 1701-1713 koorleider
  • Antonio Vivaldi, 1703–1738 (met onderbrekingen), eerst als eerste violist, vanaf 1716 als componist/dirigent
  • Antonio Vandini, 1720–1721 violoncellomeester
  • Carlo Luigi Pietragrua, 1719–1726, koorleider
  • Giovanni Porta, 1726–1737 koorleider
  • Nicola Porpora, 1742–1744 koorleider
  • Andrea Bernasconi, 1744–1753 koorleider
  • Gaetano Latilla, 1754–66 koorleider
  • Bonaventura Furlanetto, 1768–1817 koorleider


Zie de categorie Pio Ospedale della Pietà (Venice) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Новое сообщение